“We sleutelen niet graag aan onze succesformule”

Vzw Mechelse Feesten hoopt minstens even goed te doen als vorige jaren

“We sleutelen niet graag aan onze succesformule”

Op 20 en 21 augustus staat Mechelen weer op zijn kop door maanrock. “De vorige jaren was Maanrock een succes, dus waarom dit jaar niet opnieuw,” denkt Ann Palstermans contactpersoon van de vzw Mechelse Feesten. Veel aanpassingen deed de vzw niet, zolang deze formule succes betekent zien ze daar ook geen reden toe.

“Ons hoofddoel is de markt vol te krijgen. Veel mensen brengen veel positieve gevolgen met zich mee. De drankverkoop zal beter zijn, de mensen zullen zich meer amuseren en ook heel belangrijk, de sponsors zullen tevreden zijn,” zegt Ann. De vzw Mechelse Feesten organiseert Maanrock voor de 16e keer, en deed dat met subsidies van de stad en sponsorgelden. “We krijgen veel geld van de stad, maar dit jaar moesten we door de economische crisis zo’n 40.000 euro besparen. Hierdoor moeten we het misschien een klepper minder doen, maar als je naar onze affiche kijkt, kunnen we niet ontevreden zijn. Het zijn allemaal mooie namen, met Gabriel Rios en Milk Inc. als absolute toppers.”

Maanrock zal op de weersomstandigheden na bijna hetzelfde zijn als de vorige jaren. “We sleutelen niet graag aan onze succesformule,” zegt Ann. “We brengen goede groepen, in hartje Mechelen en vooral, we blijven gratis. Ik vind dat belangrijk omdat Maanrock toegankelijk moet zijn voor iedereen. Het enige dat anders is ten opzichte van vorige jaren, is dat we Red Oost-Afrika steunen. Dat is niet iets dat we ons hebben voorgenomen, maar we helpen mee omdat het gewoon net nu is dat die acties er zijn. We hebben het op onze site gezet, gaan het ook op onze videowall zetten tussen de sponsors en we proberen nu het management van Gabriel Rios te overtuigen om hem te laten oproepen tot sms’en naar 1212.”

Clouseau en Natalia

Zaterdagavond passeren Broken Glass Heroes, A Brand, Gabriel Rios en Sound of Stereo na elkaar op het hoofdpodium op de grote markt. Zondagavond komen Clement Peerens en Milk Inc . “De politie vermoedt dat ze zondag vanaf 19 uur de markt zullen moeten afsluiten. Dit betekent dat de politie op dat moment vijftienduizend man op de grote markt verwacht. Dat is ons doel, en hopelijk lukt het ons dit jaar de markt vol te krijgen. Het is nog niet vaak gebeurd, enkel toen Clouseau en Natalia in 2005 op dezelfde avond optraden, was er niet genoeg plaats op de markt.” Er werd geschat dat Maanrock dat jaar 130.000 bezoekers bezocht.

Maanrock is ook actief op Facebook en Twitter. Volgens Facebook komen er tot nu toe slechts een dikke tweeduizend man. “Maar die media zijn nog niet tot in de puntjes uitgewerkt,” zegt Ann. “Er komt heus meer volk dan dat.” Op de vraag waarin Maanrock verschilt van andere stadsfestival, moest Ann het antwoord schuldig blijven. “Gek genoeg ga ik zelf ga ik niet naar andere festivals, omdat ik te weinig tijd heb. Misschien moet ik het meer doen, om te kunnen vergelijken.”

“Ik heb vooral geleerd hoe nutteloos oorlog is”

Maurits De Keyzer (85) maakte als tiener de Tweede Wereldoorlog mee

“Ik heb vooral geleerd hoe nutteloos oorlog is”

Vanuit zijn huis op de Tervuursesteenweg in Leefdaal zag Maurits De Keyzer (85) als 13-jarige de oorlog voorbijrijden. Niet alleen Duitse soldaten, maar ook de geallieerde Engelse en Amerikaanse troepen en een heleboel oorlogsvliegtuigen, die opstegen in Melsbroek en richting Duitsland vlogen.

“Er zijn Engelsen en Duitsers ons een paar jaar na de oorlog komen terugzoeken om ons te be­danken.” Maurits De Keyzer was net geen 14 jaar toen de oorlog begon en woonde op een drukke weg in een boerderij. Duitsers, collaborateurs en Engelsen hebben er tijdens de oorlog verbleven. “Tegenwerken was geen optie.”

“Als ik vandaag op televisie vluchtende mensen uit derdewereldlanden zie, moet ik terugdenken aan het begin van de oorlog bij ons. De steenweg werd voor drie dagen gevuld met mensen die karren, kinderwagens en kruiwagens gebruikten om al hun bezittingen veilig te stellen voor de invallende Duitsers. Wij bleven thuis omdat we nog geen gevaar zagen, maar niet veel later lag er voor onze deur een omgevallen vrachtwagen met goederen voor Duitse soldaten op straat. Omdat wij een grote schuur hadden, brachten die mannen hun lading bij ons binnen. Wij moesten buiten helpen dingen inladen en hebben daar toen nog veel vlees en paté in blik van gestolen. Maar toen we terug ons huis binnen gingen, hadden een tiental mensen zich verstopt in ons huis, allemaal verstijfd van de schrik. Eentje lag enorm te snikken van de angst, mijn moeder gaf hem water.”

“Niet veel later kwam de politie ons waarschuwen voor spionnen. Dat we onze deuren en ramen moesten sluiten. Mijn vader vertelde dat zijn huis al vol zat met zulke mensen, en de agent zei dat we hen een stamp onder hun voeten moesten geven. Maar mijn vader durfde niet, uit vrees voor represailles. Hij vond dat dit een taak van de politie was en liet de spionnen (zowel de Belgen als de Duitsers) gaan. Enkele jaren later is die heel angstige spion teruggekeerd om mijn moeder te bedanken. Als mijn vader die jongens toen een paar stampen had gegeven, was hun terugkomst misschien heel anders geweest.”

Duitsers delen chocolade uit en stelen auto’s

Wijzelf zijn gevlucht toen de pastoor iedereen kwam waarschuwen. Dat was de dag nadat de spionnen hier waren geweest. Er waren ook al enkele bombardementen geweest, waarbij een dode gevallen was.”

"Hier lag het vol met Duitse spionnen"

Maurits trok met zijn ouders te voet naar Dilbeek, een nacht lang stappen. Daar kwam Maurits voor het eerst een echte Duitse soldaat in uniform tegen. “Hij leek me niet zo gruwelijk als ik mij had voorgesteld. Meer nog, hij lachte en deelde chocolade uit. In Dilbeek namen soldaten onze auto af. De Duitsers reden vooral met paarden en waren veel minder goed uitgerust dan de Engelsen. Ze zagen onze auto en we moesten die direct afgeven. We kregen een kleinere, Duitse auto in de plaats. Ik heb nog veel geweend om die auto, omdat ik hem twee weken lang in veel verschillende kleuren geverfd had.”

“Na acht dagen onderduiken in Dilbeek gingen we terug naar huis. Onze familie moest een percentage van de oogst van de boerderij afstaan aan de Duitsers. Later hebben ook Engelsen een week bij ons Kerstmis en Nieuwjaar gevierd. Dat waren echte zwijnen. Ze kwamen net terug van het front en moesten er na Nieuwjaar opnieuw naartoe. Sommigen hadden in de gevangenis gezeten, ze waren heel de dag dronken en maakten veel lawaai.”

Zwarte burgemeester

“De oorlog hield me niet dagelijks bezig. Ik was jong, ging naar een park of naar de cinema. Het waren wel altijd Duitse films die we konden zien, met eerst een erg pro-Duitsland reclamefilmpje. Maar toch waren er mensen in ons dorp die zich lieten betrekken bij de oorlog.”

“Clement Ronsmans was burgemeester van Leefdaal geworden in 1942 en had onmiddellijk een lijstje van zeven politieke tegenstanders gemaakt die naar Breendonk gestuurd werden. Hij wandelde zelfs mee met de Gestapo en wees hun huizen aan. Volgens mij was hij een van de ergste burgemeesters van België,” vindt Maurits.

“Hij droeg een Duitse blauwe jas en verkondigde de nazigedachte. De witte brigade (de “rebellen”) pleegde eens een aanslag op hem maar hijzelf kon ook een van de mannen in de schouder verwonden, waarop de witte brigade vluchtte. Later heeft de burgemeester een lijstje gemaakt van maar liefst zestig mensen die mogelijk bij de aanslag betrokken waren. Zelfs mijn nonkel stond erbij. Maar voor dat lijstje doorgegeven kon worden aan de Gestapo, waren de Engelsen al hier om hem te verjagen.”

“De burgemeester is daarna opgepakt en kreeg levenslang, maar ik heb gehoord dat hij na twintig jaar alweer vrij was. Ook de hoofdonderwijzer van mijn school heeft een van de beste leerkrachten die ik had, naar Breendonk gestuurd.”

“Wat ik vooral geleerd heb tijdens de oorlog, is het nutteloze ervan. We kregen mensen over de vloer de we totaal niet kenden, maar die we meteen als “goede” of “slechte” bekeken. Dus probeerden wij goed te doen voor iedereen, zodat we niet gewroken konden worden. Wij zagen ook constant groepen vliegtuigen heen en weer vliegen, soms hele dagen. Vaak wel vijftig vliegtuigen tegelijk. Die dropten ook maar bommen op plaatsen en stukken cultuur die ze niet kenden.”

“Hongersnood ondanks volle velden”

Duiker/ontmijner Henri Debruin ervoer drie verschillende oorlogen waar de bevolking zwaar geleden heeft.

Al meer dan twintig jaar werkt Henri Debruin (41) bij Defensie. Hij werd al uitgestuurd naar verschillende conflictgebieden.  In gebieden als Afghanistan leerde hij het leven kennen van de bevolking achter een gewapend conflict.

Niet zozeer een passie voor gevaar, maar wel zijn passie voor water trok Henri het leger in. Van jongs af aan deed hij veel wateractiviteiten en droomde hij ervan om van zijn hobby zijn beroep te maken. “Ik ben nu twintig jaar duiker-ontmijner bij de marine van Zeebrugge”, begint Henri. “Onze groepen worden niet klaargestoomd om constant in conflicten operationele opdrachten te doen, maar eerder om effectief mijnen te deactiveren. We zijn ook opgeleid en geschikt voor opdrachten op terrein en staan onder het bevel van de landmacht, dus je weet dat je altijd kan opgeroepen worden om in risicogebieden te gaan helpen. Dan moet je gaan.”

Angst voor de opdracht

Henri nam al deel aan operaties in Libanon, Somalië en Afghanistan. “Iemand die geen schrik heeft, is niet gezond. Iedereen weet vooraf dat je risico’s zal ondergaan. Zij die beweren dat ze geen angst voelen, zijn voor mij diegenen die als eerste het gevaar zullen tegenkomen,” vertelt Henri. Mensen reageren natuurlijk allemaal verschillend. “In mijn groep in Libanon zaten eens drie mannen die betrokken waren geweest bij verschillende ontploffingen en incidenten. Dan heb je psychiaters op het kamp nodig om hen op te vangen. Zeker als er slachtoffers bij waren. De ene gaat er beter mee om dan de andere.”

Angst is er niet alleen bij de soldaten zelf, ook hun familie ziet hen altijd met een bang hart vertrekken. “Defensie organiseert bijeenkomsten voor de families als we weg zijn. Dat is met goede bedoelingen gedaan, ze willen de mensen geruststellen, maar soms is het effect omgekeerd. Iemand begint op die bijeenkomsten te vertellen over wat hij allemaal al meegemaakt had in die regio’s en dan krijg je enkele bezorgde telefoontjes van thuis.”

Humanitaire opdrachten

Dat onze soldaten angst ervaren, is logisch, maar voor de plaatselijke bevolking is het erger. Belgische militairen hebben in conflictgebieden bijna altijd een humanitaire opdracht, zoals medische steun, ontmijning, opleiding en dergelijke. “Normaal gezien zijn dat opdrachten waar je geen geweld moet gebruiken. Maar in 1992 had België de verantwoordelijkheid over de helft van Somalië. Toen een schip van onze marine beschoten werd tijdens de bevoorrading van de landtroepen, kregen onze para’s een gewapende opdracht. Landinwaarts waren er meer dreigingen en toen is een patrouille  onder mijn leiding zelfs geïsoleerd geraakt door vijandige tanks. Er kan dus altijd iets gebeuren als je vertrekt op kamp, wat eigenlijk niet zou mogen. Ik heb zelf nooit risico voor mijn eigen leven gelopen, behalve toen ik eens tussen haaien moest duiken. “

Onzekere of verslagen bevolking

Bij die opdrachten komt de marine ook in contact met de bevolking. “Wij mogen van Defensie geen standpunt innemen, maar de mensen ter plaatse dwingen ons vaak een beetje. In Libanon bijvoorbeeld, zagen we vanuit het zuiden Israëlische vliegtuigen overvliegen. De Fransen moesten er een luchtblokkade zetten, wat niet gebeurde. De Libanese bevolking kwam ons toen vragen om hen tegen te houden, maar dat was niet onze opdracht. Dan krijg je vragen als “Wat komen jullie eigenlijk op ons gebied doen?” Ze wilden weten of we Joden trachtten buiten te krijgen of net wilden binnenhouden. Eigenlijk komen de Belgen een muur zetten en die onderhouden. De bevolking heeft moeite om het nut van hulp in te schatten als er vliegtuigen blijven overvliegen.”

“De meest frappante lessen heb ik geleerd in Somalië. In de media zag je beelden over de oorlog daar, maar dan vooral hoe het conflict uitgevochten werd. In België was er toen een grote, populaire inzamelactie voor de bevolking ginder die er stierf van de honger. Maar als je er aankwam, zag je overal volle velden, die gewoon niet geoogst werden omdat de krijgsheer verkoos dat zijn bevolking voor soldaatje moest spelen.”

In 2007 ging Henri naar Libanon. “We zagen daar mensen op het veld werken die handen en voeten misten. Israël had net clustermunitie gestrooid over die landbouwterreinen en de drukke knooppunten. De boeren konden hun oogst niet meer binnenhalen, kregen leningen niet meer afbetaald en hadden dus nog een extra klap te verwerken gekregen na de oorlog.” Henri leerde hierdoor dat achter een conflict altijd mensen zitten. Mensen die eigenlijk niets met die conflicten te maken willen hebben.

“De school had meer apparatuur dan TMF”

Ex-KHM-student Stijn Smets is een onmisbare pion bij muziekzender TMF

Stijn Smets is VideoJockey (VJ), executive producer en muzieksamensteller van de grootste muziekzender van het land. TMF bestaat sinds 1998, het jaar dat Stijn Smets (33) afstudeerde aan de Katholieke Hogeschool Mechelen. Hij is er al van het begin bij.

Toen Stijn begon aan zijn studies, had hij nog geen idee wat hij erna zou willen doen. “Iemand van achttien jaar kan volgens mij nooit weten waarmee hij de rest van zijn leven zijn brood mee wil verdienen. In die tijd was communicatiebeheer een heel uitgebreide richting, waarna je alle kanten uitkon. Vandaar mijn keuze.”

Hij kon dezelfde richting in Antwerpen of Gent volgen of op universitair niveau maar dat

deed hij bewust niet. “Ik weet liever hoe je iets doet, dan te weten wie, waarom en wanneer iemand de manier van interviewen heeft uitgevonden. Mechelen was altijd al zeer praktijk gericht, ze hebben zelfs meer apparatuur dan hier op TMF waarmee je kan spelen en leren.” Hij voelde zich goed in zijn vel in Mechelen, zat er op kot en ging graag naar de lessen. “Mechelen is niet bepaald de metropool van feesten, maar ik kijk tevreden terug op mijn studententijd daar, en de band die ik er had met de leerkrachten.”

The Music Factory

De passie voor de media kwam pas later. “Er zijn de vakken waarop je slaagt zonder al te"Ik kon ook fulltime bij Stubru gaan werken" veel moeite, omdat het je zo boeit, en de vakken waarvoor je met tegenzin alles inprent.” Televisie was toen een redelijk onderschat medium, de school zag het nut niet in van specialisatie en alles draaide rond het journalistieke schrijven. In zijn laatste jaar van zijn studies deed hij stage bij de regionale tv in de Kempen/Mechelen. “Daar heb ik op enkele maanden meer bijgeleerd dan mijn twee jaren ervoor.” Hij slaagde en wist nu dat hij wilde werken voor de televisie. In dat jaar, 1998, startte een nieuwe muziekzender TMF, The Music Factory. “Ik dacht, een nieuwe zender zal wel veel mensen zoeken. Ik heb gesolliciteerd om er freelance te werken. Normaal gezien kan je bijna nergens onmiddellijk fulltime werken, zeker niet als je pas afgestudeerd bent. TMF zocht toen ook fulltime presentatoren, maar vooral vrouwen reageerden op deze advertentie. Daarom stuurde de zender naar iedere mannelijke sollicitant de vraag of hij geen screentest wou komen doen. Ik ging hier op in en zat plots in het groepje van de eerste lichting TMF-VJ’s.”

Hij begon als VJ en is dit nog altijd, intussen werd hij ook muzieksamensteller en ex

ecutive producer. Als VJ begon hij met Hitzone, vandaag zie je hem nog Spanking new videos presenteren. Zijn andere functie, muzieksamensteller, is iets totaal anders. Hij moet wekelijks kiezen welke muziek er gedraaid zal worden. “Dit houdt meetings met muziekmaatschappijen in die hun artiesten komen promoten, het bekijken en beluisteren van vele buitenlandse playlists en dan leggen we onze persoonlijke voorkeuren aan elkaar voor. Dan kiezen we liedjes die we vaak willen spelen, dat is vijftig keer per week, of in andere categorieën plaatsen tot heel weinig, vijftien keer per week. Dagelijks moeten we ook een playlist maken om te zien wat we wanneer zullen spelen.” Hij is ook executive producer,  de verantwoordelijk voor alles wat TMF uitzendt. Hij heeft zich in jaren dus kunnen opwerken van presentator tot een invloedrijke en onmisbare pion binnen TMF.

Stubru en MNM

“Er zijn natuurlijk nog stappen hogerop, maar ik doe liever wat ik graag doe en kan doen. Ik heb al eens zes op zeven dagen gewerkt, maar je hebt echt wel vrije tijd nodig.” Veel meer opwerken ziet hij dus niet zitten, mede omdat hij wil dat zijn job interessant blijft. “Muziek verandert constant, af en toe staat er een nieuw genre of subgenre op en het is

tof om je telkens weer te moeten verdiepen in die muziek om op de hoogte te zijn. Muziek is ook mijn passie, ik ben zelf DJ op TMF-feestjes. Ik heb ook op de radio gewerkt en daar heb je een passie voor muziek nodig.”

Zijn radiocarrière begon toen Stijn parttime op Stubru De Maxx ging presenteren, maar na besparingen moesten hij en vele andere parttimers (zoals o.a. Leki) vertrekken. Daarna hoorde hij dat er bij Radio Donna plaats was, en nadat die zender uit de ether ging begon hij bij MNM. “Ooit heb ik een aanbod gehad om voltijds bij Stubru te beginnen. Ik heb even getwijfeld maar het zou het einde voor mij van TMF betekend hebben. Radio is leuk omdat je alles kan inkleden met je stem, je toont de mensen iets met je stem, maar mijn passie voor televisie is groter en ik zou dat niet

willen missen.”

Mechels cabarettrio Intgeniep op tournee in Nederland en België

Sinds zaterdag is Intgeniep, een Mechels caberettrio bestaande uit Jo Tambuyzer, Wouter Voorspoels en Maarten Schuermans, begonnen met een tournee in het Nederlandse Heesch. Intgeniep is een Mechelse vzw die opkijkt naar de humor van Kommil Foo, de Nieuwe Snaar en Jan Eelen. Dit jaar zetten ze hun eerste stappen in de voetsporen van deze helden, met een tournee van 30 optredens doorheen de Lage Landen.

Het trio werkt met een Nederlandse en een Belgisch bureau dat optredens in culturele centra voor hen regelt. Daarom hebben ze zelf geen vat op waar en wanneer ze spelen. De opkomst voor hun optredens kunnen ze ook niet voorspellen. “De ene keer staan we voor 60 man, de andere keer voor 10,” zegt Jo. De bureaus houden rekening met het aantal bezoekers en de kwaliteit van de show. De groep bestaat al vijf jaar, maar twee jaar geleden begon het pas echt voor hen. Met de show zigzelf wonnen ze toen het Leidse cabaretfestival en verscheidene kleinere prijzen. Maar de daaropvolgende show gevoel voor humeur werd minder positief onthaald. “Deze tournee is heel belangrijk om te bewijzen dat we geen eendagsvliegen zijn,” beseft Jo.

Maarten is nieuw in de groep. Hij vervangt een vorig lid dat te weinig tijd had om te repeteren. Hij moest zorgen voor een nieuwe wind en werkte mee aan de show. “Ik zit nog maar twee maanden in het trio, maar het klikt goed tussen ons,” zegt Maarten, die via audities gekozen is. “Podiumvrees heb ik niet, ik heb een maand als zanger van de Studio 100 band gewerkt. Twee maanden na mijn komst vertrok de groep al op tournee. Er werd heel intensief herschreven, geschrapt en gerepeteerd de voorbije twee maanden.”

Het Vlaams absurdisme

De show is een afwisseling van sketches en liedjes. Het trio pakt veel verschillende thema’s aan met voornamelijk absurde humor.“Geen Jantje-ging-eens-wandelen moppen, maar meer dingen zoals een naakte Indiaan die op het punt staat om zelfmoord te plegen,” zegt Maarten. Op hun eerste show werden ze door de Nederlandse presentator aangekondigd als de terugkeer van het Vlaams absurdisme. Volledig in de stijl van Kommil Foo gebruiken ze een mat waar al hun instrumenten op staan, van een accordeon tot een zaag die bespeeld wordt door een strijkstok van een viool. Hun muziek schrijven ze zelf en hoort een sketch op zich te zijn. Grappige verhalen met aandacht voor de klanken en de akkoorden.

Maarten studeerde musical aan de Erasmushogeschool in Brussel, de twee andere hebben een diploma in de psychologie. Ze hebben de cabaretier in zichzelf ontdekt en zo zichzelf opgeleid. Omdat je als beginnend cabaretier niet zo veel verdient (in Nederland werken ze vaak met commissie op de inkomgelden) moet Intgeniep dus ook op andere manieren geld verdienen. Jo heeft enkele scenario’s voor Mega Mindy geschreven en ook voor het programma Pat en Stan op Ketnet. De muzikant in het groepje, Wouter werkt als psycholoog in Mechelen. Hun ultieme droom is volledig te kunnen leven van media en cabaret. Er zijn al gesprekken en brainstormsessies gehouden voor het vinden van een nieuwe, minstens even goede eindrubriek voor Man Bijt Hond.